De vierdelige documentaire ‘Het Complot’ is volgens de Evangelische Omroep (EO) “een reconstructie hoe de complottheorie over satanisch ritueel misbruik van kinderen in Bodegraven kon uitgroeien tot een nationaal fenomeen”. De Stichting Misbruikt! stuurde met drie andere belangenorganisaties van misbruikslachtoffers een brandbrief aan de EO met het verzoek de documentaire niet uit te zenden. Volgens de Stichting suggereren de documentairemakers “dat deze vorm van misbruik niet bestaat en het gevolg is van complottheorieën”. Dat is onjuist en “zeer schadelijk voor de slachtoffers”, aldus de Stichting.
De documentairemakers van de Evangelische Omroep (EO), regisseur Joost Engelberts en researcher Janicke Bijlsma, besloten een docuserie te maken over de Bodegravenzaak, ‘Het Complot’, die draait om de claims van Joost Knevel die vanaf 2020 naar buiten trad met zijn jeugdherinneringen en beweerde dat hij en andere kinderen in Bodegraven slachtoffer waren geweest van satanisch ritueel misbruik. De onthullingen en protestacties in het dorp, zoals bloemen leggen bij het kerkhof, leidden tot veel maatschappelijke onrust. Justitie zag geen aanleiding om de misbruikclaims te onderzoeken. Knevel werd zelf vervolgd en belandde uiteindelijk in de cel, wegens opruiing, bedreiging en smaad. Zijn jeugdherinneringen werden afgedaan als waanideeën. Justitie legde Knevel ook een spreekverbod op, zodat hij niet meer over het vermeende misbruik kan spreken.
De EO schildert srm-slachtoffers af als fantasten of complotdenkers
—
Engelberts en Bijlsma wilden ondanks het spreekverbod binnen de juridische kaders wél met Knevel praten en reisden vorig jaar september naar zijn woonplaats in Spanje om er drie dagen te filmen. Hun doel was niet zozeer zijn verhaal over satanisch ritueel misbruik te bewijzen of te ontkrachten, maar wel de schadelijke gevolgen van de misbruikclaims bloot te leggen. Het gesprek met Knevel was lastig, schrijft de regisseur in de vooraankondiging: “Justitie heeft hem een spreekverbod opgelegd. Het is heel gek om iemand te interviewen die niets mag zeggen.” De makers hebben drie jaar aan de documentaire gewerkt. Op hun website staat: “Dit gaat niet over één dorp, maar laat zien hoe complotten ontstaan, groeien en uiteindelijk een samenleving kunnen ontwrichten”. Regisseur Engelberts stelt dat het bij satanisch ritueel misbruik gaat om “theorieën” waar mensen in “geloven”.
Stichting Misbruikt, die de belangen van slachtoffers van seksueel misbruik behartigt, stuurde een brandbrief aan de EO en uit felle kritiek op de aankondiging en de wijze waarop de docuserie tot stand is gekomen: “U suggereert dat deze vorm van misbruik niet bestaat en het gevolg is van complottheorieën.” De stichting stuurt de brief ook namens drie andere belangenorganisaties: Stichting Lisa, Kenniscentrum TGG en Spotlight. Zij verzoekt de directie van de EO om de documentaire niet uit te zenden. Zij vinden dat de titel, Het Complot, en de beschrijving geen recht doen aan het leed van slachtoffers van georganiseerd sadistisch of satanisch ritueel misbruik (srm).
Regisseur Joost Engelberts
“Justitie heeft hem een spreekverbod opgelegd. Het is heel gek om iemand te interviewen die niets mag zeggen.”
Ook vinden zij de aanpak en opvattingen van de documentairemakers achterhaald. “In plaats van een genuanceerde benadering van georganiseerd misbruik, zoals gedocumenteerd door forensische onderzoekers en traumaspecialisten wereldwijd, kiest u in de tekst over de documentaire ervoor slachtoffers af te schilderen als fantasten of complotdenkers.” Ze achten dit “zeer schadelijk voor de slachtoffers, die deze vreselijke vorm van seksueel geweld hebben meegemaakt” en denken dat dit hen opnieuw kan traumatiseren.
Het standpunt van de EO is volgens de stichting Misbruikt gebaseerd op controversiële bronnen, zoals Elizabeth F. Loftus, die veronderstelt dat herinneringen aan srm zijn ingeprent tijdens therapieën of hypnosesessies. Een andere bron die door de EO is gebruikt is de LEBZ (Landelijk Expertisegroep Bijzondere Zedenzaken), die politie en justitie adviseert bij bijzondere misbruikzaken wel of niet te vervolgen. Dit adviesorgaan binnen de politie “is in 1999 opgericht met het doel valse aangiften te voorkomen en niet, zoals men zou verwachten, ter bescherming van misbruikte kinderen”, schrijft Stichting Misbruikt!.
Stichting Misbruikt!
“De LEBZ is in 1999 opgericht met het doel valse aangiften te voorkomen en niet, zoals men zou verwachten, ter bescherming van misbruikte kinderen.”
Volgens het LEBZ is “forensisch bewijs voor het bestaan van georganiseerde srm-netwerken tot op heden niet gevonden”. Stichting Misbruikt weerlegt deze claim met verwijzing naar allerlei onderzoeksrapporten, dossiers en veroordelingen in Nederland, het Verenigd Koninkrijk, Canada en Marokko, waarbij srm is vastgesteld. “In het Verenigd Koninkrijk zijn er minstens veertien gevallen geweest waarin mensen zijn veroordeeld voor seksueel misbruik van kinderen en waarin het gebruik van rituele praktijken in dit proces algemeen werd erkend, zowel door de strafrechtbanken als door de familierechtbanken. In negen van deze gevallen waren er meerdere daders betrokken.”
Er zijn ongeveer een half dozijn geïdentificeerde series (foto’s — red.) met ritueel seksueel misbruik van kinderen
National Centre for Missing and Exploited Children
Ook voegt de stichting een bijlage toe van het Amerikaanse National Centre for Missing and Exploited Children (NCMEC), dat in een e-mail schrijft: “Er zijn ongeveer een half dozijn geïdentificeerde series (foto’s — red.) met ritueel seksueel misbruik van kinderen, waarvan wij op de hoogte zijn, of die wij volgen binnen onze systemen”.
Stichting Misbruikt! heeft ook kritiek op ander onderzoek dat ten grondslag ligt aan de EO-documentaire. Naast ‘The Myth of Repressed Memory’ van Elizabeth F. Loftus gaat het om een artikel van de Stichting Skepsis, en bronnen als de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld en het Trimbos Instituut, die verschillende artikelen publiceerden over complottheorieën en nepnieuws. Volgens de stichting zijn dit ondeugdelijke bronnen en hebben de documentairemakers “geen oog gehad voor de (wetenschappelijke) ontwikkelingen in Nederland en buitenland”. Na de kritiek verwijderde de EO in de vooraankondiging de door hen gebruikte bronnen.
“U had die klasgenoten aan het woord moeten laten.”
André van Delft
André van Delft, die Knevel na zijn detentie hielp met de nasleep van de strafzaak, was bij de besprekingen met Knevel en opnames in Spanje aanwezig. Hij verwijt de documentairemakers dat ze niet met de klasgenoten van het (mogelijk) vermiste meisje Sandra (die bij Knevel op school zat) hebben gesproken, zeker aangezien Knevel zelf een spreekverbod heeft. Hun kant van het verhaal paste goed bij de door de EO geformuleerde doelstelling de gevolgen voor betrokkenen in beeld te brengen. “Alleen al daarom had u die klasgenoten aan het woord moeten laten”, schrijft hij in een e-mail aan de EO.
Aanvankelijk wilde Van Delft dat de documentaire gewoon uitgezonden wordt. “Tot nu toe is er alles aan gedaan om Joost Knevel monddood te maken. Hij is weggezet als een terrorist, een crimineel en een waanzinnige. Wanneer het publiek hem voor het eerst op tv gaat zien en horen, zou het de indruk kunnen krijgen dat Joost Knevel altijd de waarheid heeft gesproken. Vandaar dat er bij de machthebbers veel aan gelegen is de uitzending te verhinderen”, schreef Van Delft. Na het zien van de docu veranderde hij echter van mening.
Zowel Knevel als Van Delft hebben afgelopen week de voorvertoning van de eindmontage gezien en zijn ontzettend teleurgesteld. “Ze hebben me zo slecht mogelijk geprobeerd neer te zetten, dit doet de zaak en de waarheid geen eer aan”, stelt Knevel. Hij had ingestemd om aan de docu mee te werken op voorwaarde dat beide kanten van het verhaal zouden worden belicht. “Het grootste deel van de docu is erop gericht mensen het gevoel te geven dat het verhaal niet waar is.” Daarnaast beloofde de EO aandacht te schenken aan vijf bekenden van Knevel, die leefden toen ze in het Red Pill Journal genoemd zijn en vlak na de bloemenlegactie in Bodegraven zijn overleden. Hij denkt dat er een direct verband is met de zaak. “De afspraak was dat dit in de docu zou komen. Dat is niet gebeurd.”
Joost Knevel
“Ze hebben me zo slecht mogelijk geprobeerd neer te zetten, dit doet de zaak en de waarheid geen eer aan.”
Knevel heeft inmiddels contact opgenomen met zijn advocaat Peter Plasman in een poging om de uitzendingen, desnoods met een kort geding, te verbieden.* De EO heeft andermans beeldmateriaal gebruikt, waarop een geëmotioneerde Knevel te zien was, waarvoor hij geen toestemming had gegeven.
In de vooraankondiging van de EO wordt melding gemaakt van “ernstige bedreigingen” en “een dodenlijst”, die in de docu in een verband zou worden gebracht met uitlatingen in de Bodegravenzaak. Volgens Knevel is dat verband nooit aangetoond. Ook Micha Kat, die in 2020 als eerste met Knevels verhaal naar buiten kwam en later wegens opruiing is veroordeeld, vroeg de EO via zijn advocaat Thijs Stapel om opheldering over de aangehaalde ‘dodenlijst’.
Chris Klomp die ook in de docuserie aan het woord komt, schreef op X: “Ik heb de makers van de docu (Het Complot, red) leren kennen en het zijn integere mensen die een mooie documentaire (in vier delen) hebben gemaakt.”
Vanaf 25 augustus om 22:10 uur is de vierdelige docuserie wekelijks te zien bij de EO op NPO2.
Politie: ‘Satanisch ritueel kindermisbruik’ en ‘toeslagenschandaal’ zijn vorm van ‘complotdenken’
De Politie publiceerde afgelopen maand het document ‘Herkennen, duiden, handelen: complottheorieën en anti-institutioneel gedachtegoed’. Het doel van deze ‘handreiking’ is “om politiecollega’s te ondersteunen bij het omgaan met en het inschatten van gedrag door complotdenkers en mensen met anti-institutioneel gedachtegoed”, schrijft de Politie. Volgens deze richtlijn vallen thema’s zoals ‘satanisch ritueel kindermisbruik’ en ‘toeslagenschandaal’ onder de noemer ‘complotdenken’. Het in de context van complotthema’s houden of bijwonen van “online of fysieke bijeenkomsten, (oproepen tot) mobilisatie van groepjes voor actief verzet” is geclassificeerd als “radicalisatie”.
Dit artikel verscheen eerder op 23 augustus 2025 in N° 34 van De Andere Krant.
*) Vlak voor het ter perse gaan van de krant liet Knevel weten contact op te nemen met zijn eigen advocaat Peter Plasman en Thijs Stapel, de advocaat van Micha Kat, om eventuele vervolgstappen te overwegen. Het plan om een kort geding aan te spannen is inmiddels van de baan, liet hij later weten. Wel is er vanuit de advocaat een brief naar de omroep gestuurd met een dringend verzoek om de serie niet uit te zenden.
Ella Ster | ellaster.nl
Ontdek meer van Ellaster
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.