Zeker 18 kinderen werden wekelijks onder schooltijd seksueel misbruikt, ofwel in de kelder onder de school, ofwel op locaties buiten de school in Emmer-Compascuum (Drenthe). Jan-Dirk was nog maar vier jaar en vertelt over het misbruik dat maandenlang voortduurde. Politie en justitie deden onderzoek en veegden de aanklachten van tafel. De slachtoffers werden voor leugenaars uitgemaakt en in het dorp met de nek aangekeken. De ouders werden bedreigd. Ella Ster sprak met een van de slachtoffers. Hij vertelt, nu inmiddels 20 jaar later, zijn verhaal.
Het seksueel misbruik begint in 1996 en Jan-Dirk zit op dat moment in groep één. Het misbruik vindt altijd op een dinsdag of donderdag plaats. Hij wordt dan, net als de andere dagen, ’s ochtends door zijn moeder naar school gebracht. Jan-Dirk blijft dan, totdat alle ouders zijn vertrokken, nog even in de klas om de schijn op te houden. Vervolgens wordt hij uit de klas gehaald en naar verschillende plekken gebracht om urenlang te worden misbruikt.
Vaak wordt hij samen met een groepje kinderen met de auto naar verschillende locaties buiten de school en het dorp gebracht. Er zitten meestal drie à vier kinderen in de auto en er zijn meerdere auto’s. Ze rijden vaak wel een half uur. Ze gaan soms naar een flat, soms naar een woonhuis en soms blijven ze op school. Altijd staan er vreemde tekens op de muren en altijd zijn de directeur van basisschool de Dreef in Emmer-Compascuum en twee juffen erbij.
Verder zijn er alleen maar mannen die meegaan, zo herinnert Jan-Dirk zich nog goed. Eenmaal binnen gaat elk kind naar een aparte kamer waar het seksuele geweld begint. Jan-Dirk wordt altijd door twee mannen misbruikt. Een derde man maakt foto’s of filmbeelden. Hij wordt aangerand, verkracht en moet in allerlei houdingen poseren. Hij moet zelfs in een bad met ijskoud water zitten, “voor de foto” legt hij uit. Zijn moeder vertelt dat hij een keer kletsnat uit school komt, “Hebben ze je gedoucht of zo?” Ze vermoedt dan nog niet wat er werkelijk speelt.
Vaak wordt Jan-Dirk vooraf gedrogeerd met een doekje (trichloor ethyleen – red.) voor zijn gezicht, waardoor hij korte tijd buiten bewustzijn is. Ook krijgt hij ‘snoepjes’ waarvan hij buikpijn en hoofdpijn krijgt. Hij wordt geïntimideerd. Als hij niet meewerkt of het aan zijn ouders vertelt, worden ze vermoord, zo wordt hem door de daders ingeprent. Jan-Dirk is doodsbang dat er iets met hen gebeurt en houdt zijn mond. De kinderen worden aan het eind van de ochtend weer terug gebracht naar school, waarna de ouders ze nietsvermoedend uit school ophalen.
Sekskelders onder de school
Soms blijft Jan-Dirk echter op school en wordt dan naar een kelder onder de school gebracht. Hij herinnert zich dat er in de lerarenkamer een luik zat. Daaronder zat een vaste trap en via een gang kwam je vervolgens in een grote ruimte. Deze was met kaarsen verlicht en de sfeer was luguber. Ook hier stonden die vreemde tekens op de muur én er lagen skeletten. Jan-Dirk vermoedt dat het skeletten van tieners of jongvolwassenen waren, maar vindt het lastig dit met zekerheid te zeggen, omdat hij destijds pas 4 jaar oud was. Er stond ook een kooi en hij heeft destijds aan zijn moeder verteld dat daar ‘stoute kindertjes’ in werden gezet. Zijn moeder herinnert zich dat er ook sprake was van rituelen met zwarte gewaden waarbij bloed werd gedronken.
Ook in de kelder onder de school wordt Jan-Dirk misbruikt en gefotografeerd of gefilmd. Het misbruik blijft maandenlang doorgaan. Jan-Dirk wil nooit op dinsdag of donderdag naar school. Hij vertelt zijn moeder dat hij dan alweer op de foto moet en dat hij vlak daarvoor ook al op de foto was gezet. Zijn moeder snapt in eerste instantie niet waarom hij niet naar school wil, maar bemerkt wel een behoorlijke gedragsverandering. Ze kan niet duiden wat er precies aan de hand is.
Op een bepaald moment is zijn anus helemaal ontstoken en ze neemt hem mee naar de huisarts. Jan-Dirk krijgt een zalfje en daar blijft het voorlopig bij. Ook andere kinderen hebben vergelijkbare fysieke klachten. Zo zegt een andere moeder: “Mijn zoon was al meer dan een jaar onder behandeling van de kinderarts vanwege een kapotte anus. Het velletje was er altijd af. Hij had bloed bij zijn sluitspier en altijd pijn bij het poepen.” [1]
De ouders krijgen argwaan
Jan-Dirk’s moeder merkt dat hij heel vaak boos is als ze hem uit school haalt, waarbij hij dan zijn tas naar haar toe smijt. Ze denkt vaak bij zichzelf: “Wat klopt hier niet?” Op een bepaald moment komt het hele verhaal eruit. Jan-Dirk vertelt stukje bij beetje aan zijn moeder wat er allemaal gebeurt. “Mam, er plast een meneer over mij, dat is geen gewone plas, maar dat is grijze plas.” Ook vertelt hij dat hij nu een kindje in zijn buik heeft, “omdat hij een piemel in zijn kont heeft gehad.” Daarna gaat hij weer verder met spelen. “De grond zakt onder je voeten weg als je dat soort dingen hoort,” zegt zijn moeder nu.
Jan-Dirk is niet het enige kind dat vertelt over het misbruik op school. Uiteindelijk doen de ouders van rond de 20 kinderen aangifte, al zijn er ook ouders die hun kinderen niet geloven, of die zelf bij het misbruik betrokken zijn en geen aangifte doen. [11] De politie neemt de zaak hoog op, omdat er een half jaar eerder op diezelfde school een zaak speelde waarbij oudere leerlingen jongere kinderen misbruikten, althans dat was het verhaal. [12] Dertig rechercheurs, twee officieren van justitie, een psychologe van de Centrale Recherche Informatiedienst (CRI) en drie speurhonden, zetten de hele school op zijn kop, verhoren alle kinderen, maar vinden niets dat wijst op seksueel misbruik. [2] Daarnaast worden de kinderen ook op school verhoord door een andere ‘politie’, om uit te horen wat ze de politie hebben verteld of wat ze weten.
Begin 1997 worden 15 kinderen door hun ouders van de basisschool de Dreef gehaald en elders naar school gebracht. Nog steeds vertellen de slachtoffers nieuwe details over het seksuele geweld. De verhalen van de kinderen komen grotendeels overeen. Ze vertellen over de kelders onder de school, de tekens die met een spuitbus op de muur zijn gespoten, de skeletten en het misbruik op andere locaties. Ze vertellen ook over de pilletjes die ze moesten slikken als ze weer naar ‘de fotograaf’ moesten gaan. “De kinderen waren altijd suf,” vertellen de moeders, “en vielen na schooltijd op de bank in slaap.” Ook vertellen de kinderen te zijn geïntimideerd: “Als je iets vertelt, maken we je ouders dood.” [1]
Ouders en slachtoffers worden bedreigd
Van de acht ouders die aangifte doen en hun juridische strijd voortzetten, vallen er vier af. Sommigen kunnen de kosten voor een advocaat niet meer betalen. Men keert zich tegen de gezinnen van de slachtoffers die hun juridische strijd niet willen opgeven en de sfeer in het dorp wordt grimmig. Er is sprake van enorme intimidatie. Er wordt een huis in brand gestoken, auto’s worden bekrast of er gaat een steen door de voorruit. “Dat is heel angstaanjagend,” vertelt Jan-Dirk. Zijn moeder zegt dat hij destijds doodsbang was dat zij zou worden vermoord.
Vier gezinnen houden vol dat hun kind op school is misbruikt. In november 1997 worden de ouders ontboden bij officier van justitie Läkamp, die uitlegt dat de zaak wordt geseponeerd. Justitie heeft onder de school geen kelders aangetroffen. De verhalen kunnen daarom niet op waarheid berusten. Er zijn dan ook geen verdachten gehoord. [1]
Vier gezinnen starten een procedure om de juridische stukken in te zien die tot dan toe geheim worden gehouden om ‘privacy redenen’. Het OM besluit grondig bodemonderzoek te laten doen. Volgens Jan-Dirk’s moeder mocht TNO op een bepaald moment niet verder zoeken. In hun rapport is geconcludeerd dat er geen kelders aanwezig zijn onder de school die de getuigenissen van de kinderen bevestigen, omdat ze niet zijn gevonden. [3] Jan-Dirk weet nog dat iemand van een bouwbedrijf op de blauwdrukken had gezien dat er wel degelijk kelders op de bouwtekening stonden. De originele bouwtekeningen zijn echter verduisterd en het is de ouders nooit gelukt om ze in handen te krijgen. Dorpsgenoten die meer wisten, durfden hun mond niet meer open te doen.
De beerput wordt volgestort met beton
Jan-Dirk heeft, net als diverse andere kinderen, onder schooltijd een enorme betonwagen bij de school gezien. Andere kinderen getuigen dat ze mannen met teilen en emmers beton naar de lerarenkamer zagen sjouwen die daar het luik dicht smeerden. [1] De beerput wordt letterlijk volgestort met beton. Alles wijst op een doofpot en alles wordt verdraaid. Het komt zelfs zo ver dat niet de directeur en de twee juffen worden verdacht van seksueel misbruik, maar de ouders zelf, die aangifte deden.
Uiteindelijk kan men op basis van de onderzoeken door een pedagoge en diverse maatschappelijke instellingen waar de kinderen over hun traumatische gebeurtenissen vertellen, niet langer ontkennen dat de kinderen inderdaad zijn getraumatiseerd en misbruikt. Men erkent wel het seksueel misbruik, maar stelt dat het misbruik buiten school plaatsvond. Plotseling worden ouders geconfronteerd met Jeugdzorg waarbij ze moeten bewijzen dat ze niet zèlf hun kind hebben misbruikt. Dit terwijl de ouders onafhankelijk van elkaar aangifte hebben gedaan, waarvan acht zeer uitgebreid!
In het geval van Jan-Dirk keren al hun vrienden en familieleden in het dorp zich tegen hen. Hij zegt daarover: “Niemand gelooft je, dat is nog het ergste. Een kind van vier zegt niet voor de grap dat ‘ie dat soort dingen meemaakt.” Het gebrek aan erkenning is wat hem nog het meeste dwars zit. Om die reden wil hij nu zijn verhaal delen: “Het belangrijkste is dat het naar buiten komt, dat wij niet hebben gelogen en gewoon de waarheid hebben verteld. Er hoeft maar één foto van mij te worden gevonden en dan is alles gewoon klaar.”
Het belangrijkste is dat het naar buiten komt, dat wij niet hebben gelogen en gewoon de waarheid hebben verteld. Er hoeft maar één foto van mij gevonden te worden en dan is alles gewoon klaar.”
Jan-Dirk
Foto’s duiken op in de Zandvoort-zaak
Van twee andere slachtoffers duiken in 2000 foto’s op, afkomstig uit de collectie kinderporno uit de Zandvoort-zaak. Het fotomateriaal is in handen gekomen van Buro Zoeklicht, dat onderzoek doet naar kinderporno en de producenten hiervan. Nadat zij enkele foto’s van misbruikte kinderen laten zien in een televisieprogramma en op hun website, worden twee meisjes door diverse inwoners uit Emmer-Compascuum herkend. [4] Volgens de ouders bewijzen de foto’s dat er inderdaad sprake was van seksueel misbruik van de kinderen. Enkele gezinnen proberen justitie met dit nieuwe bewijs te dwingen tot het heropening van het strafrechtelijk onderzoek. Maar het wordt geweigerd waarmee justitie in feite bevestigt dat het is betrokken bij het in het doofpot houden van het sekskelderschandaal.
Uiteindelijk moeten de vier gezinnen die blijven volharden in hun juridische strijd, grote bedragen smartengeld aan de school betalen, als een vorm van schadevergoeding wegens smaad en laster. Jan-Dirk: “Zo werd dat in de doofpot gedrukt. Alle gezinnen werden zo onderuit gehaald.” Iedereen om hen heen twijfelde aan het verhaal van Jan-Dirk. Alleen zijn moeder geloofde hem: “Zij staat 1000% achter mij.”
Ook op de nieuwe school wordt hij goed opgevangen en gesteund. Desondanks gaat het in de jaren na het misbruik niet goed met Jan-Dirk. Hij heeft een ontwikkelingsachterstand opgelopen en doet uiteindelijk 2,5 jaar over groep één. Hij is om één of andere duistere reden panisch voor clowns en ballonnen. Ook in andere situaties heeft hij last van paniekaanvallen. Daarnaast is hij depressief, heeft nachtmerries en lijdt aan slapeloosheid. Hij krijgt als kleuter druppels om te kunnen inslapen.
Voor het leven getekend
In de rapportages van het GGZ waar hij is behandeld voor de symptomen van post-traumatische stress, wordt bevestigt dat hij veelvuldig seksueel en geestelijk is misbruikt. Op 15-jarige leeftijd krijgt hij EMDR-therapie, een effectieve vorm van traumaverwerking. Nu, inmiddels ruim 20 jaar later, leidt hij een normaal leven. Hij heeft een drukke baan en gaat binnenkort trouwen. Desondanks zijn er nog steeds situaties waarbij hij opeens een paniekaanval krijgt. Bijvoorbeeld als er een bepaald type man de winkel instapt, die hem aan de gruwelen uit zijn kleutertijd doet herinneren.
Het stoort hem dat de dorpsgenoten wél het verhaal van de autoriteiten geloven en niet dat van de slachtoffers en getuigen. “Heel veel mensen gaan er vanuit dat wat in de krant staat waar is, maar dat wat degene zelf vertelt, niet klopt.” Hij realiseert zich dat er de laatste tijd veel pedoschandalen aan het licht komen. Hij hoopt dat binnenkort ook de waarheid over het sekskelderschandaal in Emmer-Compascuum aan het licht komt. Dat hij dan eindelijk de erkenning krijgt dat hij destijds de waarheid sprak.
Het sekskelderschandaal staat niet op zichzelf
Het verhaal van Jan-Dirk komt overeen met getuigenissen zoals destijds in de media is bericht. Met name in de Groene Amsterdammer worden de gebeurtenissen gedetailleerd en zodanig beschreven dat de geloofwaardigheid van de slachtoffers niet in twijfel wordt getrokken.
Uitgaande van Jan-Dirk’s getuigenverklaring zijn er minimaal 18-20 kinderen misbruikt. Stel dat er per keer 12-18 kinderen werden meegenomen en er, net als in zijn geval, drie mannen per kind bezig waren, dan gaat het om minimaal 36-54 betrokkenen. Op basis van dit verhaal, de hoeveelheid aangiftes en het opgedoken kinderpornomateriaal, lijkt alles erop te wijzen dat Jan-Dirk slachtoffer is geworden van een groot kinderpornonetwerk.
Dergelijke netwerken kunnen alleen opereren als men poortwachters, onder andere bij justitie, heeft, die ervoor zorgen dat men ongestraft te werk kan gaan. Ze zijn tevens nauw verweven met de georganiseerde misdaad, die mensen bedreigt of met drastische maatregelen het zwijgen oplegt. In de zaak Emmer-Compascuum waren bepaalde ouders vermoedelijk ook bij de zaak betrokken.
Kinderporno is een van de meest lucratieve vormen van inkomsten voor de Cabal en hun zwarte budget-projecten. Slachtoffers, getuigen, klokkenluiders en onderzoeksjournalisten bevestigen steeds het verhaal dat justitie een actieve rol speelt, teneinde daders uit handen van justitie te houden. Het is een terugkerend patroon. Ook de doofpot in de Zandvoort-zaak, zoals uit deze documentaire blijkt.
Ook maatschappelijke organisaties zoals de Kinderbescherming spelen in dit soort zaken vaak een dubieuze rol. Dat zagen we bij de zaak Dominique, maar tevens bij de Hampstead-zaak, die grote gelijkenissen vertoont met het schandaal in Emmer-Compascuum.
In Nederland speelde rond dezelfde periode een vergelijkbare zaak in Oirsbeek (Limburg) waar kinderen ook getuigden over seksueel misbruik in kelders onder de school. De slachtoffers werden naar boerderijen in Duitsland gebracht, waar ze werden misbruikt terwijl er foto- of filmopnames werden gemaakt. [5] Ook die zaak is geseponeerd door justitie en ook in die zaak werden de slachtoffers voor leugenaar uitgemaakt. [6]
Ook bij het misbruikschandaal in Oude Pekela, slechts 40 kilometer van Emmer-Compascuum, werd officieel besloten dat alle getuigenissen van de kleine 100 kinderen die zijn verhoord, op leugens zijn gebaseerd. De jonge huisarts die bleef volhouden dat de kinderen wél zijn misbruikt, is ‘ver(zelf)moord’. Psychiater Gerrit Mik die in opdracht van het OM onderzoek deed en concludeerde dat er bij 48 kinderen wel degelijk sprake was van misbruik, werd eerst hard aangepakt door de pers [7] en overleed vervolgens aan een hartaanval. Binnen de georganiseerde misdaad wordt een moord vaak verbloemd door het slachtoffer een hartaanval te bezorgen. Daarom vragen wij ons af, in hoeverre was de plotselinge dood van Gerrit Mik ‘natuurlijk’?
In Oude Pekela zijn bijna 100 kinderen verhoord en waren 40 rechercheurs betrokken bij het onderzoek. Er is volgens de autoriteiten geen bewijs gevonden en er is niemand aangehouden. Conclusie: het verhaal van de misbruikclown is verzonnen en een vorm van massahysterie. De Belgische hoogleraar Karel Pyck schreef in 1995 een rapport over de zaak. Pyck laakt in zijn conclusie de Nederlandse media, die al te gemakkelijk aan de haal gingen met het begrip ‘massahysterie’. “Als dat maar vaak genoeg wordt herhaald, gaat het uiteindelijk door voor ‘de waarheid.” [8]
Als je alle unieke gevallen bij elkaar optelt: Oude Pekela, Emmer-Compascuum, Oirsbeek en Zandvoort, waarbij ouders hebben getuigd dat hun kind seksueel is misbruikt of hun kind herkenden in de fotocollectie uit de Zandvoortzaak, dan spreek je over ruim 200 individuele gevallen. Dit is nog maar een voorzichtige schatting van het werkelijke aantal slachtoffers. Zijn al die getuigenissen gebaseerd op leugens, fantasieën of vergissingen? Of is hier iets veel groters en ernstigers aan de hand?
De naam Jan-Dirk is om privacy-redenen gefingeerd. De huidige directeur en leerkrachten van basisschool De Dreef hebben, voor zover wij weten, absoluut niets met het sekskelderschandaal van ruim 20 jaar geleden te maken.
Bronnen:
[1] ‘Kelders in het veen’; Groene Amsterdammer, november 1998
[2] ‘Leerkrachten De Dreef vrijgepleit’; Volkskrant, februari 2005
[3] ‘Sekskelder verscheurt dorp’; NRC augustus 1999
[4] ‘Nieuw bewijs in affaire met sekskelders’; ANP juni 2000
[5] ‘Ouders vechten door tegen ‘rotte troep’; Volkskrant, juli 1998
[6] ‘Onze school was vogelvrij’; NRC, juli 1998
[7] ‘De mysterieuze clownsaffaire’; De Groene Amsterdammer, augustus 2011
[8] ‘Zedenzaak Oude Pekela was géén massahysterie’; Trouw september 1995
[9] De doofpot van het Zandvoort-schandaal, documentaire ‘Het dossier van de schande’
[10] ‘Geen nieuw onderzoek ‘sekskelders’; NRC juli 1998
Voetnoten:
[11] In de Volkskrant wordt vermeld dat ouders van 12 kinderen aangifte hebben gedaan, in het NRC en de Groene Amsterdammer is melding van 18 kinderen. Jan-Dirk’s moeder herinnert zich dat het om meer kinderen ging. Sommige ouders van kinderen die haar vertelden ook te zijn misbruikt, hebben geen aangifte gedaan. Uit haar verhaal maken wij op dat deze ouders waarschijnlijk zelf betrokken zijn bij het criminele en/of satanische pedonetwerk. Deze ouders zijn destijds in de getuigenverklaringen als dader aangewezen. Het daadwerkelijke aantal slachtoffers kan om die reden nog hoger zijn dan de gevallen die zich destijds hebben gemeld.
[12] Het is de vraag of er destijds misbruik heeft plaatsgevonden dat door oudere kinderen is geïnitieerd. Waarschijnlijk zijn deze oudere kinderen, of vals beschuldigd, of ze waren zelf slachtoffer van het pedonetwerk. Eén van de aangewezen jeugdige daders heeft tegen Jan-Dirk’s moeder gezegd: “Nu krijg ik de schuld van iets dat ik niet heb gedaan en waarvan ook ik slachtoffer ben.”
Ella Ster* | bron: ellaster.nl